Vuurwerk en (terugkom)les
Geplaatst 27 februari 2015
Een week nadat het beker team van Denk en Zet knap het gemiddeld 100 punten meer tellende bekerteam van Het Witte Paard versloeg, was het nu tijd voor business as usual, oftewel de interne competitie.

Daar waar een week eerder Rick van de Breevaart laat in die partij voor vuurwerk zorgde door twee pionnen op de zesde en zevende rij te offeren met eeuwig schaak als zekerheidje (en een bonus verkreeg doordat tegenstander Gert van Rij op onverklaarbare wijze mat in één over het hoofd zag in een partij die overigens volgens de sillconen achteraf altijd binnen de remisemarge was gebleven), deed hij dit nu vroeg in zijn partij tegen Sebastiaan Koedoot door (on)bedoeld zijn twee torens te ‘ruilen’ tegen de dame van Koedoot. Laatstgenoemde hield hier ook nog een pion extra aan over, maar liet op simpele wijze zijn loperpaar neutraliseren, waarna beide heren een remise overeenkwamen. Gezien het aantal minuten dat de partij duurde leek het op een salonremise, maar eigenlijk was het van beide kanten niet echt best, dus is remise in dat opzicht een terechte uitslag.

Vuurwerk was er ook op het bord in de partij tussen Corné Niemantsverdriet en Ibrahim Bajramovic. Nadat de stukken goed waren gezet – met speciale aandacht voor een wit paard en witte loper – trok Niemantsverdriet driest ten aanval. En met (loperwinst als)resultaat! Nu is het altijd lastig spelen tegen de onvoorspelbare spelende Bajramovic. En dit geldt zowel in een gelijke materiele stelling als met een loper voorsprong. Niemantsverdriet liet Bajramovic echter niet meer terug in partij komen en kon laatstgenoemde uiteindelijk met een loperschaakje tot mat en overgave dwingen.

Op een ander bord leek het of Wilco Lindhout Raymond Leemreijze wel liet terugkomen in de partij. Lindhout stond twee lopers voor en normaal gesproken is dat ruim voldoende winst. Toen hij echter zijn koning in het hoekje op h8 moest wegstoppen en Leemreijze de g-lijn bezette werd hij genoodzaakt om de twee lopers terug te geven om de zo broodnodige ruimte te creëren. Omdat daarmee ook nog wat andere stukken werden geruild, waren de extra pionnen die Lindhout verkreeg voldoende om toch de winst binnen te slepen.

Eerder op de avond had Peter van de Breevaart laten zien aan Hans Smits wat de sterkte van een gambiet kan zijn en/of dat je bij het aannemen van een gambiet niet te inhalig moet worden c.q. je heel goed weet waar je stukken (neer) te zetten, niet in de minste mate geldende voor de koning. In eerste instantie tijdens de partij en daarna nog in een uitgebreide analyse. Schaken is inderdaad ter lering en vermaak! 

De langste partij van de avond was die tussen Joost van Eenennaam en Dig de Graaf. De Graaf was voor een bliksembezoekje (terug) in Nederland (gekomen) en maakte van de mogelijkheid gebruik om weer het schaakgevoel te krijgen. Van Eenennaam liet in eerste instantie zien les gehad te hebben van de Graaf, maar kreeg te weinig compensatie voor de centrumpion die hij in het middenspel offerde. Daarna liet de Graaf zijn stukken beter samenwerken en kwamen de stukken van van Eenennaam op mindere velden te staan. Uiteindelijk werd duidelijk dat de Graaf het schaakgevoel nog niet verloren is!