Tien, tien en nog eens (bijna) tien
Geplaatst 05 mei 2017
Het verlate verslag van de dertigste (drie maal tien) interne competitieronde had kunnen beginnen met dat er deze ronde met tien schakers werd gespeeld. Dat had ook in theorie gekund, maar de wel aanwezige jeugdleider Andries de Meyer gaf al ruimtijdig aan dat hij deze avond niet intern zou spelen (wellicht dat hij zijn tien winstpartijen niet wilde uitbreiden naar elf en daarmee de titel van dit verslag minder cachet zou geven?). Toen iedereen uiteindelijk binnen was gedruppeld bleken er tien senioren te zijn, maar waarvan dus negen speelgerechtigden.

Theo Blonet kon deze avond ook op tien winstpartijen komen, maar dan moest hij wel afrekenen met Rick van de Breevaart. Deze was echter niet bereid om mee te werken aan de titel van dit verslag: in een open partij verstevigde van de Breevaart zijn tweede positie.

Corné Niemantsverdriet staat na zijn overwinning op Raymond Leemreijze ook op het punt om de kaap van tien winstpartijen te ronden: moet hij nog wel even de laatste ronde opdraven en een punt pakken. In deze onderhavige partij wist hij via een schaak al snel een stuk van Leemreijze te schaken. Via een creatief pionoffer verschafte Leemreijze zichzelf nog activiteit, maar toen hij zelf de dames afwisselde was het een kwestie van tijd.

Sebastiaan Koedoot wist na een afruil via een paardzet de pion op f7 te winnen. Dat kostte wel wat tempo's (want het paard moest weer terug en daarna ook nog naar de rand), maar tegenstander Jan de Graaf was daarvoor ook genoodzaakt om toren h8 naar g8 en toren d8 naar e8 te spelen. WFH koos ook voor de pion, maar deed daarna wel telkens de juiste zet, wat wit in het voordeel zou houden. Koedoot blijkt echter nog steeds geen silliconen implantaten of elektronische hulpmiddelen te gebruiken. De Graaf (vermoedelijk ;-) ) ook niet, maar deed nu wel de betere zetten, waardoor hij de pion keurig ging terugwinnen met waarschijnlijk betere stelling. Hij vond dat een mooi moment om remise aan te bieden, welke aanvaard werd, waardoor Koedoot zijn tiende remise van het seizoen speelde. Saillant detail is dat in de eerste tien ronden hij geen enkele remise speelde en in de laatste twintig ronden er dus tien.

Waar de Meyer al precies tien winstpartijen had, moest Wilco Lindhout alle zeilen bijzetten om van zijn negen winstpartijen er ook tien te maken. Tegen Juan de Graaf wist hij een (stuk?) achterstand toch nog om te zetten in een vol punt, zodat de titel van dit verslag ook direct op hem van toepassing is. Iets wat niet van de oneven Johnny van den Berge gezegd kan worden. Alhoewel stelt hij door de punten van zijn oneven indeling vermoedelijk wel zijn podiumpositie veilig. Vermoedelijk, want door de wekelijkse herrekening op basis van de standen van de week ervoor zal bij een mogelijk verlies in de laatste ronde tegen Joost van Eenennaam zijn voorsprong nog een keizerpuntje of twee zijn wat voldoende zou zijn voor de derde plaats. Echter dit alles is onder voorbehoud van de rekenkunsten van de schrijver dezes. Ooit in het verre verleden wel eens goed voor een tien met een griffel, maar resultaten uit het verleden...