Spannende bonusronde
Geplaatst 12 mei 2017
Het laatste deel van de titel slaat niet op de laatste ronde van de interne competitie die werd afgewerkt: deze stond immers al vanaf het begin van het seizoen op de kalender. Spannend waren deze drie wedstrijden wel, althans er werd zowaar echt stil geschaakt, dus dan moet dat bijna wel.

Een mogelijke ontmoeting tussen de nummer drie (Johnny van den Berge) en vier (Joost van Eenennaam) kwam er niet door andere bezigheden van beide heren. Mocht die er wel zijn geweest en gewonnen zijn door van Eenennaam, dan zou het uiteindelijke verschil tussen beide een kleine twee keizer punten geweest zijn, nog steeds in het voordeel van van den Berge. Had ook spannend kunnen zijn (maar op voorhand het verschil toch goed uitgerekend...).

Dan de interne partijen die wel gespeeld werden. Theo Blonet wist de nestor match te winnen van Raymond Leemreijze en daardoor op de inmiddels befaamde tien winstpartijen te komen. Wilco Lindhout rokeerde ‘in de loop van de stukken’ van Corné Niemantsverdriet, waardoor deze ook zijn tiende overwinning kon bereiken en met een keurig scoringspercentage van 73,3% de zesde positie inneemt. Hans Smits hield lang stand, maar moest toch capituleren tegen Jan de Graaf. Ibrahim Bajramovic kon oneven de zolder verlaten.

De bonusronde dan! Oftewel tien voor de prijs van negen, dan wel negen voor de prijs van acht. Na een paar voorbereidende potjes de afgelopen acht maanden was dit de wedstrijd waar het echt om ging. De nummer twee van de tweede klasse Middelburg B kon promotie afdwingen naar de eerste klasse door het vlaggenschip van Denk en Zet te verslaan. De bezoekers waren (zoals het hoort) sterk opgekomen voor deze do-or-die wedstrijd. Naast Aart Kögeler, Ronald Lauer en Alex Jonkheer was ook de paar maanden weer schaakactieve Willem van Sluijs meegekomen uit het Middelburgse.

Voor aanvang van de wedstrijd werd in goed overleg bepaald wat er zou gebeuren bij een 2-2 gelijkspel, want daar voorziet het reglement van de avondcompetitie (nog) niet in. En toen aan de bak in deze wedstrijd die er dan toch wel om deed, zoals een interne competitiespeler opmerkte. Olaf van der Sloot kreeg aan het tweede bord een Boedapester voorgeschoteld en besloot in eerste instantie om de pion voor te blijven. De compensatie die er dan normaal gesproken voor terug moet komen voor die geofferde pion kwam er niet echt voor Ronald Lauer. Van der Sloot stond de hele partij erg prettig en gaf op het juiste moment de pion terug om het initiatief en de druk er op te houden. Eigenlijk ontspon er het grosso modo vertrouwde beeld van het afgelopen seizoen in de avondcompetitie bij van der Sloot: betere stelling, maar ten koste van sterk gereduceerde resterende bedenktijd het juiste pad zien te vinden om de stelling te converteren naar winst. Dit keer, nu het echt moest gebeuren, gebeurde het ook (1-0).

Tot dat moment had Sebastiaan Koedoot op het eerste bord tegen Aart Kögeler het hele middenspel langs de afgrond gewandeld. Koedoot besloot om zijn gambietpion terug te winnen, maar daardoor bleef de witte koning verschoond van een zwarte aanval en stond de zwarte koning onhandig gepositioneerd, omdat onnodig de pion op a7 weggegeven werd en daardoor de witte dame een lastpost werd en de zwarte koning de meest onlogische velden op moest lopen. Kögeler bleef een pion voor en moest kiezen tussen het ondersteunen van zijn vrijpion op a5 en zijn (niet vrije) kompaan op b5, dan wel het aanvallen van de zwarte vrijpionnen op c5 en d4. Hij koos voor het laatste, waarna Koedoot via een torenmanoeuvre via de tweede rij deze achter de ver opgerukte witte vrijpion wist te krijgen en deze tezamen met die op de b-lijn wist te elimineren. Hierna resteerde er een dubbel toren eindspel met beide drie pionnen, waarna Kögeler het remise-aanbod accepteerde. Wellicht had hij eerder in de partij voor het andere plan moeten gaan, maar het gemak waarmee WFH je in het ravijn duwt is gelukkig niet altijd menselijk gedrag (1,5 - 0,5).

Peter van de Breevaart was op dat moment bezig om Alex Jonkheer over de middenlijn terug te dringen. Zijn ver opgerichte zwarte f- en g-pionnen leken op het derde bord de beslissing te gaan brengen. De overige in elkaar geschoven pionnen belemmerden de bewegingsruimte van de toren, dame en koning van Jonkheer. Van de Breevaart moest de keuze maken of hij de f dan wel g pion van de vierde rij naar de derde rij door zou duwen. Zou het de eerste zijn dan zou Jonkheer nog een geniepig dame d2-h6+ achter de hand hebben (zwarte koning op h8 en toren op g8), welke van de Breevaart dan nog wel zou kunnen pareren met dame h7, maar dan zouden na afruil de f en g pionnen toch minder sterk zijn. Van de Breevaart koos voor de g-pion en doordat Jonkheer de daardoor aangevallen toren naar g2 speelde kwam er mat in twee op het bord door het doeltreffende dame e4-b1+. Met een vast gepinde witte koning op g1 was handhaving voor Denk en Zet A een feit! (2,5 - 0,5).

Op hetzelfde moment besloten Rick van de Breevaart en Willem van Sluijs tot remise. In de naar eigen zeggen slecht behandelde opening door van Sluijs laveerden beide kanten zich naar een loper versus paard eindspel met drie pionnen elk. Gezien de positie en veldkleurverdeling van de pionnen en de overige stukken leek op het eerste gezicht er geen tempodwang in te zitten (3-1).

Met de nodige beschouwingen van en op de heer Donner alsmede het meisje met de parel van Vermeer werd deze avond gemoedelijk afgesloten. All ends well. Alhoewel, hadden we verloren dan was dat maar zo geweest. Het heeft echt wel wat om zo een do-or-die wedstrijd te spelen (en het hele seizoen er naartoe bij elk potje beseffen dat aan de ene kant je die op één na laatste positie niet wilt, maar aan de andere kant dit dreigende zwaard van Damocles wel extra jus geeft aan een poule met 9 (of 10) teams.

Overigens hebben we één gebied het beste gepresteerd in alle klasse van de avondcompetitie. Denk en Zet A is het enige team dat slechts vijf spelers heeft gebruikt (en daarbij ook nooit een NO heeft moeten gebruiken als ‘speler’). Als teamleider is het fijn om zulke speelvaste basisspelers te hebben, waarvoor dan ook dank namens mij aan Olaf, Peter en Rick. En natuurlijk ook aan invaller Joost van Eenennaam welke twee keer (Ja echt Alex, slechts twee keer!) mee deed met het A-team en 100% scoorde! Verder hadden Rick en Sebastiaan een in deze klasse een knappe bijna 50% score met 4 uit 9 (beide alles meegespeeld!). Peter wist de 50% zelfs te behalen met 4 uit 8 en Olaf kende (vaak op het hoogste bord) een qua resultaat moeilijk seizoen met 2 uit 8.

Resumerend: tsja, dus weer een jaar ploeteren in de eerste klasse avondcompetitie! Praktisch nu geen kans meer om een kampioenklokje te scoren. De teamcaptain in mij juicht, de penningmeester in mij ziet een gemiste kans.Kortom, alles is relatief!