Remise is zoiets van drie rondes terug
Geplaatst 23 oktober 2015
Vijf wedstrijden deze vrijdagavond in de interne competitie. Vijf is ook het aantal zwarte zetten dat Sebastiaan Koedoot tegen Theo Blonet nodig had om een paard te (gaan) winnen, waarna in de analyse wel een leuke partij op het bord kwam.
De twee jeugdige basisspelers van het C-team Juan de Graaf en Alec Harmsen deden dan wel de meeste zetten van de avond (46 elk), maar de partij tussen hun was wel als tweede partij klaar. Harmsen verslikte zich op de koningsvleugel van de Graaf, wat hem een aantal pionnen kostte. Beide belandden even in de snelschaakmodus, maar Harmsen zag geen kans om met zijn dame en/of torens binnen te vallen of om de Graaf in een fout te dwingen. Na dameruil en het opspelen van de pionnen liep zwart met zijn koning in een matnet, waarna naast Harmsen ook de later binnen gekomen toeschouwer vader de Graaf junior kon feliciteren.
Na een goede (met name externe) start dit seizoen is Bart Hertog het even kwijt. Of was tegenstander Wilco Lindhout zo goed? Feit is dat Lindhout secuur speelde en geen fout(en) maakte en in een toren+loper+5 pionnen eindspel tegen toren+paard+5 pionnen door actiever spel een pion won op de damevleugel, waardoor Hertog 4 geïsoleerde pionnen overhield en het gelijk voor gezien hield. De stelling oogde op dat moment interessant om nog voor remise te spelen: in de menselijke nazit kwamen wat varianten op het bord die remise-achtig oogden. De nazit met WFH gaf aan dat Lindhout zeker gewonnen stond (wat voor het menselijke gevoel in de menselijke nazit ook klopte met een pion voor en een loper tegen paard met pionnen op zowel de dame- als koningsvleugel), dus in hogere zin was de opgave van Hertog op dat moment terecht.
Raymond Leemreijze speelde wederom een sterke pot. Na eerder dit seizoen de CK het heel moeilijk gemaakt te hebben, moest nu in het begin van de partij Andries de Meyer het ontgelden. De Meyer dacht de rokade een zet te kunnen uitstellen door de pion op g2 nog eens op de korrel te nemen. Leemreijze reageerde correct met de pionopmars f4, waardoor de pion op e5 onder druk kwam te staan, de dame op e2 de pion op g2 dekte, de f lijn geopend dreigde te worden alsmede de koning op e8 op de tocht kwam te staan. Leemreijze deed daarna nog een paar krachtzetten, maar het is altijd ‘the weakness of the last move’ die bepalend is voor het spelverloop. Nadat Leemreijze de pion op e5 nam bleek opeens zijn paard op g5 niet meer gedekt te staan. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, maar als dat paard wel staat aangevallen en je de tegenstander niet schaak hebt gezet dan wel geen andere (in)directe dreigingen hebt…. Paard weg, aanval (grotendeels) weg en even later combinatie van de Meyer en het punt is weg. Eens komt de dag dat Leemreijze tegen veel hoger gerate spelers wel oogsten mag!
Degene die het eerste materieel op voorsprong kwam (want Koedoot is nooit materieel op voorsprong gekomen) deed (of had?) er het langst over (nodig) om de partij winnend af te sluiten. Peter van de Breevaart kwam al snel een paard voor tegen Ibrahim Bajramovic, maar de geschiedenis leert dat Bajramovic (dan nog) altijd raar uit de hoek kan komen. Van de Breevaart liet zich echter niet gek maken en gaf de partij niet meer uit handen en wisselde door deze winst een stuivertje-plus op de ranglijst met zoon Rick van de Breevaart.