Pieken en dalen
Geplaatst 09 september 2016
Kenmerkend voor het spelen van de eerste ronden in een Keizercompetitie is de sterk wisselende (invulling van de posities op de) ranglijst. Dit omdat elke week de stand herrekend wordt op basis van de posities van de week ervoor. Win je de eerste ronde van de kampioen van vorig jaar dan krijg je daar bijvoorbeeld 30 keizerpunten voor en sta je na de eerste ronde gelijk bovenaan. Degene die verloren heeft krijgt 0 keizerpunten en duikelt dus van lijstaanvoerder  naar bijvoorbeeld positie 16. Dit betekent bij de herrekening na ronde 2 dat de overwinning die eerst 30 keizerpunten waard was nu opeens nog maar 15 punten waard is. Na een aantal ronden is dit piekeffect eruit, omdat de meeste spelers (ruim) boven of (ruim) onder de 50% scoren qua totaalresultaat (een soort wet van de grote getallen). Erg theoretisch allemaal, maar het verklaart waarom je in de eerste ronden dus opeens een vrije val of een enorme stijging kunt doormaken en zomaar opeens bovenaan kunt staan: het Teletekst-effect bij de Eredivisie.

Ook deze avond stonden er vijf partijen op het programma. Raymond Leemreijze was de eerste die een teleurstelling moest verwerken: nadat hij alles in het werk had gesteld om deze avond op tijd op de schaakzolder aanwezig te kunnen zijn, bleek hij oneven en mocht bij het letterlijke en figuurlijke bakkie troost de partijen volgen.
 
Degenen die vanavond voor het eerst speelden, hadden een moeilijke avond. Hans Smits moest in zijn eerste pot van het seizoen Johnny van den Berge zijn eerste winstpartij gunnen. Juan de Graaf werd gekoppeld aan Rick van de Breevaart. Beiden speelden ook hun eerste partij van dit seizoen en van de Breevaart gaf pardoes een stuk weg. De Graaf junior kon deze weelde niet aan en moest toch na een lange partij een 0 incasseren. Vader Jan de Graaf speelde zijn eerste partij van de lopende jaargang tegen Joost van Eenennaam. Ook hier een lange pot met remise als resultaat. Wilco Lindhout gaf al vroeg een paard cadeau aan Peter van de Breevaart. Van de Breevaart liet zich dit voordeel niet ontglippen.
 
De langste partij van de avond had ook de kortste kunnen zijn. Daar waar vorige week Sebastiaan Koedoot listig een tactiekje in de stelling vlocht en uitvoerde, miste hij (toch na lang nadenken) nu een mogelijke tactische wending in zijn voordeel tegen Guido van de Breevaart. Van de Breevaart, welke dit tactiekje wel had gezien, kwam met een zucht van opluchting met de schrik vrij en wist dit in positieve schaakenergie om te zetten en stellingsvoordeel te verkrijgen en Koedoot onder druk te zetten. Hij plaatste een juist paardoffer (tegen twee pionnen), maar miste op zijn beurt dan weer de juiste voortzetting, waarna Koedoot het eindspel dan juist wel weer sterk speelde en zich de winst niet meer liet ontglippen. Typisch een geval van je bent zo goed als je laatste zet (58 in dit geval).