Na een paar maanden schaakrust en mediastilte werd vorige week vrijdag 1 september ook in Scherpenisse weer het seizoen opgestart. Na de gebruikelijke wederzijdse vakantieverhalen was het dan eindelijk tijd om achter het bord weer eens te kijken waar iedereen stond. In de eerste ronde (indeling zoals bij de meeste toernooien op basis van nummer één tegen nummer halverwege de lijst) waren hier qua uitslagen geen verrassingen: wel werd er lekker lang gespeeld bij elke partij en dat is een goed teken.
In de tweede ronde werd er gewoon des Keizers geloot. Hierdoor stonden er gelijk enkele topwedstrijden op het programma. Joost van Eenennaam en Sebastiaan Koedoot gooiden er gelijk handenvol theorie uit in een opening die ze eigenlijk beiden nog nooit op het bord hadden gehad. Van Eenennaam offerde een pion voor activiteit, die hij dan ook kreeg. Een mindere keuze van Koedoot in het vervolg gaf de witte stukken de gelegenheid om zwart nog meer met zijn rug tegen de muur te drukken. Het was allemaal toch nog wel te keepen en nadat van Eenennaam de pion terugwon dachten beide spelers dat Koedoot dankzij een kwaliteitsoffer (op een zesde rij paard) een pion en een gelijke stelling opleverde. Het remiseaanbod werd dan ook aangenomen. Achteraf bleek, dankzij de meedogenloze silliconen stille rekende media, dat van Eenennaam via een slinkse zet een groot voordeel had kunnen grijpen. Maar goed achteraf bleek wel meer dat beiden niet gezien hadden. Het seizoen is nog pril en lang.
Een andere topper was de wedstrijd tussen Rick van de Breevaart en Johnny van den Berge. Daar waar in het verleden het vaak remise werd, leek van den Berge in het middenspel de partij naar zich toe te trekken. Een kwaliteit voorsprong zou voldoende moeten zijn, maar van de Breevaart zou zichzelf niet zijn wanneer hij niets meer uit de hoge hoed wist te toveren. Een latere blik op het bord gaf aan dat de kwaliteit weer was terug veroverd en dat er een toreneindspel met zwarte pluspion resteerde. Altijd een studie apart dit soort eindspelen en dankzij de te ver geposteerde witte koning kon van den Berge het thuisfront verblijden met dit goede nieuws.
Een andere van de Breevaart die de hoge hoed nodig had was Guido. Tegen vader Peter verloor hij in het begin wat tempi (met zwart notabene) en in het vervolg van de partij twee pionnen. Ook hier kwam een (dubbel) toreneindspel op het bord. Guido had wel de actievere torens, maar twee pionnen achter is toch best lastig. Twee pionnen voor kan blijkbaar ook te lastig zijn, want of Peter deed het niet goed of Guido deed het briljant, want uiteindelijk hielden beiden een toren over en lagen alle pionnen in het doosje.
Remise was ook de uitslag tussen Jan de Graaf en Corné Niemantsverdriet. De Graaf stond wat actiever en had meer ruimte, maar Niemantsverdriet verdedigde secuur. De Graaf verbruikte meer tijd en wist niet de doorbraak te vinden en werd helemaal voor het blok gesteld toen Niemantsverdriet remise aanbood: iets wat dan ook moet worden meegenomen in de aftikkende tijd.
Zoon Juan de Graaf speelde een evenwichtige partij tegen Ibrahim Bajramovic. Althans, totdat hij eenvoudig zijn loper liet insluiten: na pion h6 trok hij zijn loper niet terug op de c1-g5 diagonaal, maar plaatste deze op h4. Na g5 en f4 hielden de vluchtvelden op en bracht de pion niet voldoende compensatie voor de loper. De andere jeugdige schaker Daniél Scherpenisse kon in zijn debuutpartij bij de senioren Wilco Lindhout niet verrassen. We weten allemaal dat de overgang van de jeugd naar de senioren vaak wat aanpassingstijd nodig heeft en Lindhout is vorig jaar wel op de negende positie geëindigd, dus de punten zullen nog wel komen voor Scherpenisse.
Het moet trouwens enorm feest geweest zijn in huize Van den Berge: Johnny is momenteel de trotse koploper. Nieuwswaarde genoeg om de mediastilte van de afgelopen maanden te verbreken.