Lof der zotheid
Geplaatst 20 oktober 2017

Op zet vier de dame wegblunderen 'ten faveure' van een pion. Als dat geen zotheid is? Het extra zotte was dat beide spelers dachten dat de derde witte zet – dame h5 schaak – van Niemantsverdriet ijzersterk was: sterker nog beiden bezongen deze killer zet met lof. Stoutjesdijk wilde bij wijze van spreken al bijna opgeven en Niemantsverdriet had de pen al in positie om de krul op het papier te zetten. Het was voor de schaakgenoten op de uit de zestiende eeuw stammende schaakzolder in ieder geval voer genoeg om de draak te steken met beide hoofdrolspelers in deze opvoering van het werk van Erasmus (welk eveneens uit de zestiende eeuw stamt).

 

Adrian Stoutjesdijk bood als een gentleman nog aan om de zet terug te nemen, maar Corné Niemantsverdriet bleef als een gentleman ook bij zijn zet: met een dame achterstand had hij (Niemantsverdriet) immers nog niet verloren. En dankzij de pion extra had hij (op zet vier) het centrum stevig in handen volgens eigen zeggen. Er werd gekscherend opgemerkt dat die extra pion vast nog wel een dame zou worden en op een dieper niveau dit nog wel tot winst zou leiden, want daarbij had wit nu toch ook het centrum sterk in handen? Met een evaluatie van -9 werden er een paar zetjes gedaan. Loper a3 oogde annoying dus besloot Stoutjesdijk de diagonaal te sluiten door de c-pion op te schuiven naar c5. Op zich een goede gedachte, maar de andere loper schreed statig naar b5 met schaak. Geen pion er meer tussen te zetten, koning bekneld door eigen stukken en de ver opgerukte centrumpion. Geen mat, maar dit ging wel ten koste van een paard en toren. Evaluatie op zet 16 nog steeds -3, maar gezien de zotte stelling was alles nog mogelijk. Na wits loper c6 (zet 18) had zwart de kans om weer terug te springen naar -9, maar koos voor een veiliger-6. Op zet 21 kon zwart voor een -11 gaan, maar het werd een -4. Op zet 23 gloorde er zelfs een -14, maar het werd -1: toren f1 was een zeer goede zet, maar de pointe werd niet doorgezet door wit, waardoor -11 weer in beeld kwam, maar ook die pointe werd gemist (door zwart), waardoor zwart eigenlijk in stellingsherhaling had moeten vluchten.

 

We weten allemaal hoe het voelt om huizenhoog gewonnen te staan en dan het voordeel zien weg te smelten: en zeg nou eerlijk, stellingsherhaling is toch geen manier om zo een topsy-turvy partij te beëindigen? Dus was na zet 28 er opeens een +9 stelling op het bord verschenen: net of beide spelers van plaats waren verwisseld. Nu was het dan ook Niemantsverdriet die niet de beste voortzetting koos en zijn voordeel zag verminderen naar +3. Maar geheel in stijl werd the favour geretourneerd en wist die ene extra pion uit het begin op zet 33 echt te promoveren tot een dame en was de eerdere erg complexe stelling op het bord (want dat was de oorzaak dat beide spelers vaak niet voor de blikken-doos(“Blechtrommel”)-met-hindsight beste zet kozen) inmiddels vereenvoudigd, zodat Niemantsverdriet het punt kon incasseren. De lof en rozen op de bühne gaan echter naar beide hoofdrolspelers. Het is een ware kunst om een partij met zo een materiaalverschil zo complex te maken dat deze ook voor de omstanders ondoorgrondelijk was: soms zelfs zo erg dat niet duidelijk was wie nou welke kant op speelde. Deze partij was echt de lof der zotheid op schaakgebied.

 

Het is begrijpelijk dat de overige schaakpartijen een beetje tammetjes overkwamen vergeleken bij deze parel. De partij tussen de toppers van de ranglijst eindigde na afruil van de meeste stukken in remise. Joost van Eenennaam wierp eerst een 'polshoogte' blik op het bord waar Ibrahim Bajramovic en Sebastiaan Koedoot elkaar bekampten, alvorens hij het remise-aanbod van Johnny van den Berge aannam. Bajramovic had ook remise aangeboden in een gelijke stelling, maar Koedoot wilde toch proberen om het paard aan de rand te vangen door diens springvelden te ontnemen. Toen hij op zet 24 een pion ging winnen sloeg hij eigenlijk met het verkeerde stuk (overigens had hij op precies dezelfde zet de week ervoor tegen Gert van Rij ook voor een verkeerd stuk gekozen om terug te slaan: ruik uw kans in de toekomst!). Bajramovic offerde echter a tempo een kwaliteit in de overtuiging dat hij de kwaliteit en de pion zou gaan terugwinnen, maar Koedoot gaf 'gewoon' de toren terug, met als prettige bijkomstigheid dat hij met zijn loper zowel het paard op h6 als (daarna) de loper op f8 kon opeten. Per saldo een loper voorsprong in een pionneneindspel. Tempodwang leverde Koedoot het punt en de koppositie op.

 

In de partij tussen Daniel Scherpenisse en Theo Blonet werd er ook een licht stuk ingesloten. De oude vos Blonet wist diep in de partij de loper van Scherpenisse te verleiden om te diep in de zwarte stelling te gaan staan. Een pionzet later was deze loper ingesloten en gedoemd om het bord zonder compensatie te verlaten. De oudjes kunnen het nog! Dit bleek ook het credo bij Raymond Leemreijze. Wilco Lindhout had ook last van het ik-win-een-pion-maar-wel-door-met-het-verkeerde-stuk-te-slaan. In plaats van de (nu eens niet vergiftigde) b2 pion te snoepen met zijn dame (van c2) deed hij met zijn loper. Daarna volgde toren d2. En ondanks dat de loper op b2 nog tijdelijk gedekt kon worden door een toren op b8 wist Leemreijze via het slaan op a8 alsnog het stuk voor te komen. Daarna liet hij zich ook niet van de wijs brengen en liet beide nestoren van de senioren zegevieren.

 

De laatste zin slaat overigens totaal niet op de titel van dit stukje. Laat dat voor de duidelijkheid nog maar vermeld worden!