Junioren en paardvorken
Geplaatst 20 november 2015
Met zes partijen en een oneven ingedeelde Theo Blonet was het een drukke opkomst deze vrijdagavond. Een avond die ondanks de drukte zich toch vooral kenmerkte in rust, omdat de stellingen her en der daar om vroegen.
Neem nu de stelling in de partij tussen Johnny van den Berge en Corné Niemantsverdriet. Laatstgenoemde had een zwart stuk geofferd in ruil voor drie witte pionnen, dan wel had eerstgenoemde een stuk gewonnen ten koste van drie pionnen. Hoe dan ook gaf dit een interessante stelling, waarbij de lichte en zware stukken van van den Berge meer tot hun recht kwamen, doordat ze allemaal richting de zwarte koning keken en waarbij ze niet gehinderd werden door de eigen pionnen (daar waren er immers drie minder van). Kort nadat er een witte toren op de zevende rij was binnen gevallen was het pleit beslecht en kon Niemantsverdriet geen vervolg geven aan zijn goede externe optreden van afgelopen maandag in Kruiningen (fraai motief die aanval over de h-lijn op zet 26 via toren h6, gewaardeerd met + 1,97: elke andere zet had geleid tot nadeel van tenminste -0,8)
De partij waarbij het langst en het meest (aantal stukken) op het bord bleef staan was die tussen Jan de Graaf en Rick van de Breevaart. Deze partij werd beslist door ruimteoverwicht dan wel ruimtegebrek. Juist omdat alles nog op het bord aanwezig was, stonden de stukken van de Graaf elkaar in de weg. Van de Breevaart had met de zwarte stukken ruimte veroverd tot ver over de middellijn, waarbij eigenlijk bijna de gehele eerste, tweede, derde en vierde rij vol stond met licht en zwaar schaakmateriaal. Een niet onbelangrijk detail hierbij was dat de witte koning op de h-lijn teveel zwar(t)e stukken in zijn nabijheid had: een zwarte loper op g4 en een zwarte dame op h4 ondersteund door diverse andere zwarte bondgenoten. De tijd tikte verder door en toen de Graaf de beste c.q. minst slechtste zet (f3) niet kon vinden (waardoor hij een pion zou verliezen), kon zelfs hij met zijn verdedigende capaciteiten verlies niet voorkomen. Het eerste interne verlies voor de Graaf dit jaar. Van de Breevaart is daarentegen nog ongeslagen, maar heeft nog steeds de meeste remises op zijn naam staan (vier).
Vader Peter van de Breevaart speelde weer eens een bizarre partij. Dit keer was Bart Hertog de ‘gelukkige’. In eerste instantie leek dit ook letterlijk het geval te zijn, want in een volledig open dynamische stelling met twee koningen op de tocht had Hertog alle troeven in handen (althans volgens WFH dan). Maar juist in dit soort dynamische stellingen voelt van de Breevaart zich als een vis in het water. Hoewel het slaan van de toren op a1 door Hertogs zwarte dame enigszins ‘passief’ oogde in de dynamische stelling had dit nog voldoende moeten zijn voor beslissend voordeel. Wit bleef echter de juiste zetten doen en de juiste velden bespelen, waardoor één foutje van Hertog genoeg was voor van de Breevaart om in voor hem naderende tijdnood genadeloos toe te slaan. Familie van de Breevaart met de volle score richting Tholen.
En dan de titel van dit stukje. Nadat vorige week Juan de Graaf een stelling met een paard achter omtoverde naar een stelling met een paard voor, kwam hij vanavond in zijn partij tegen Raymond Leemreijze nu gelijk een paard voor te staan. Leemreijze bleef geconcentreerd spelen en beloonde zichzelf met een krachtzet. Een letterlijke krachtzet welteverstaan, want hij drukte de klok met zo een enthousiasme in dat de overige schakers gelijk allemaal opkeken van het bord. Uiteindelijk bleek het ook een figuurlijke krachtzet, want de Graaf junior gaf de zet erna pardoes zijn dame weg (wellicht onder de indruk van de letterlijke krachtzet of misschien wat minder oplettend door het paard dat hij voorstond). Maar nu was de beurt aan de Graaf om geconcentreerd te blijven spelen (dan wel aan Leemreijze om bij de luxe van een dame voorsprong wat minder op te letten). Via een paardvork op koning en dame wist de Graaf de dame weer terug te veroveren en stond hij ‘gewoon’ weer een paard voor, zoals een zet of tien daarvoor. Een voorsprong die hij in een mooi matnet met toren en paard om wist te zetten in een punt: twee op een rij voor Juan!
Hans Smits die vorige week het slachtoffer was van Juan de Graaf (u weet wel: eerst een paard voorkomen, deze dan weggeven en dan zijn tweede paard verliezen door insluiting), kreeg een nieuwe kans tegen Alec Harmsen. En ook deze keer begon het veelbelovend voor Smits. Het schijnt het beste te zijn om trauma’s te verwerken door gelijk weer de confrontatie ermee aan te gaan. Smits bewees deze these door via een paardvork op de koning en toren van Harmsen een kwaliteit te winnen. Zinspelend op de partij van vorige week en die tussen de Graaf en Leemreijze werd er gekscherend gelijk gezegd dat Harmsen zich geen zorgen hoefde te maken, omdat Smits vast deze wel terug zou geven. U raadt het al…. Of het nu een volle toren was via een paardvork of op een andere wijze, het was in ieder geval genoeg voor Harmsen om zijn eerste interne overwinning binnen te halen (one out of three aint bad). En voor Hans geldt dat driemaal scheepsrecht wordt.
En dan de laatste junior en zijn paardvork. Joost van Eenennaam kwam tegen Sebastiaan Koedoot een pion achter, doordat hij de pion op c4 niet kon terugpakken vanwege de dreiging van een zwarte pionvork (b7-b5). Nadat Koedoot het sterke witte centrumpaard kon neutraliseren en via een schijnoffer nog een pion won leek het een kwestie van tijd voordat de pionmeerderheid op de damesvleugel (verbonden a,b en c pionnen tegen b-pion) de wedstrijd zou beslissen. Met beiden nog twee torens, dame en paard leek het Koedoot verstandiger om eerst torens te verdubbelen op de open e-lijn en dan wat stukken af te ruilen c.q. op de tweede rij binnen te vallen. Toen werd duidelijk dat van Eenennaam geconcentreerd was blijven nadenken en het maximale uit de stelling wist te halen. Na een schijnoffer van een kwaliteit op d4 wist hij via (jawel) een paardvork op de toren op e7 en dame op d4 die kwaliteit weer terug te winnen, maar belangrijker nog was dat na deze min of meer geforceerde afruil de posities van de stukken zodanig waren dat hij hierdoor eeuwig schaak kon bewerkstelligen. Koedoot moest deze zetherhaling wel toelaten, want anders zou het een dame gaan kosten ten koste van een toren. Knap staaltje werk (qua doorzetingsvermogen) van van Eenennaam.
De junioren bewezen dus het motief van een paardvork, zoals onderwezen in de stappenmethodiek goed in de vingers te hebben. Misschien een idee voor de senioren om deze stappenmethode ook eens te doorlopen? Gekheid natuurlijk, maar het is goed om vast te stellen dat de bij de senioren spelende junioren ook daar resultaten weten te boeken: voor hun een goede motivatie om door te gaan met het schaken en voor de senioren een goede motivatie om scherp te blijven.