Het eerste team van Denk en Zet is door een grote overwinning op Vlissingen alleen op kop gekomen. In Vlissingen werd het 5-1 voor het Thoolse team terwijl concurrent De Zwarte Dame 2 uit Kruiningen een punt liet liggen bij het Witte Paard 5 in Sas van Gent.

Door het onverwachts niet meespelen van Peter van de Breevaart mocht Theo Blonet alsnog aantreden op het strijdtoneel. Dit deed hij verdienstelijk door het volle punt op te eisen tegen A. Baljeu op het zesde bord. Na een damegambiet had hij een dubbelpion toegelaten op f6 die later alsnog verloren ging. Hoewel hij controle verloor op de koningsvleugel met een tweede pionverlies tot gevolg, had Blonet wel goed tegenspel gekregen via een vrijpion op de a-lijn. Doordat hij ook matdreiging had, onderschatte zijn tegenstander de kracht van Blonet’s vrijpion totdat hij er achter kwam dat hij een stuk moest geven om de pion tot stoppen te dwingen. Hij zag het nut niet meer in om verder te spelen waardoor het eerste punt voor Denk en Zet een feit was. 

Het tweede punt kwam op naam van Dig de Graaf die op het eerste bord aan het langste eind trok tegen de op papier sterkere H. Massink. In een Scandinavische verdediging kreeg De Graaf prima spel met initiatief. Toch bood hij gezien de betere stellingen op de overige borden een taktische remise aan wat niet werd geaccepteerd door de Vlissinger die overigens zelf geen idee had hoe hij kon winnen. Nadat de stelling verder was gesimplificeerd ging de Vlissinger alsnog in de fout toen hij zijn loper liet vangen waardoor hij met lege handen achterbleef.

Op het vijfde bord deed Rick van de Breevaart goede zaken door het derde punt binnen te halen tegen R. Stroo. Na een wat vreemde pionnen structuur met e4, f3 en b3 had Van de Breevaart wel meer ruimte kunnen creeren. Zwart probeerde hierbij een aanval op te zetten via de koningsvleugel maar kreeg het deksel op de neus. Het was namelijk Van de Breevaart die als eerste een pion veroverde. Toen hij via een combinatie ook nog een stuk won, hield de Vlissinger het voor gezien.

Joris van Dijke was de enige Denk en Zetter die geen punt wist te behalen. In de opening had hij zijn dame op de koningsvleugel opgesloten tegen G. de Pree. Hij probeerde middels het opstoten van zijn h-pion nog kansen te creeren maar hij kwam er niet doorheen. De Pree kon via de open g-lijn de torens verdubbelen waarna Van Dijke zijn dame moest geven voor een toren, loper en enkele pionnen. Hij probeerde nog lang te verdedigen maar dit bleef zonder het gewenste resultaat.

Ondanks dat het nog een lange partij werd had Sebastiaan Koedoot niet echt een zware avond op het tweede bord. Zijn tegenstander M. Snoek presteerde het om met h4 te openen en zette niet zijn tegenstander maar zichzelf op het verkeerde been. Koedoot ontwikkelde beter en nam de touwtjes in handen op de damevleugel. Eerst won hij een pion en deed daarna een schijnoffer. Toen het rookgordijn was opgetrokken had hij de kwaliteit weer terug gewonnen en ging het met drie extra pionnen het eindspel in. Toen de Vlissinger door had dat deze niet meer waren tegen te houden gaf hij zich gewonnen.

Een hele gekke partij speelde Johnny van de Berge op het derde bord tegen J. van Son. Na een Konings-indische verdediging had Van de Berge met wit een veel betere stelling gekregen. Doordat zijn stukken beter stonden opgesteld won hij enkele pionnen en leek het er op dat de vrijpionnen op de a en b-lijn beslissend zouden gaan worden. Door onvoorzichtigheid ging echter de een na de andere pion weer verloren en moest Van de Berge nog zijn best doen om een half punt binnen te slepen. Toen remise nagenoeg een feit was liet de Vlissinger zich echter onverwacht beet nemen en stond hij plotseling mat. Een klinkende overwinning was daarmee een feit en gaat Denk en Zet alleen aan de leiding.