Eerste schaaklandschap gevormd
Geplaatst 14 september 2012
Het politieke landschap mag in Nederland sinds woensdag veranderd zijn, maar dit was niet
te merken aan het opkomstpercentage bij de eerste ronde van de interne competitie van
schaakvereniging Denk en Zet op de schaakzolder: de opkomst van tien schakers (wat neerkomt op
een opkomstpercentage van 53%) gaf een vertrouwd beeld van de gemiddelde schaakavond.

Het leuke van zo een eerste ronde is dat iedereen weer begint met een schone lei en dezelfde
uitgangspositie, wat in theorie ook evenveel kans op een topclassificatie betekent. De eerste
ronde is dan ook de ronde van (het koesteren van heimlijke) verwachtingen, hoop (“werpt de
schaakoefencampagne thuis van afgelopen maanden in het zomerreces zijn vruchten af?”),
optimisme en elan. De eerste ronde is naast de ronde van bevestiging van het niveau van afgelopen
seizoen ook de ronde van het verliezen van illusies alsmede de ronde van verrassingen. Het laatste
komt nog wel eens voor omdat sommige spelers wat meer tijd nodig hebben om in hun schaakritme
te komen, daar waar andere spelers als duveltjes uit doosjes het torentje cq bord bestormen.

Alvorens de heren echter de degens met elkaar konden kruisen werd onder leiding van ‘informateur’
Sebastiaan Koedoot eerst een centraal blok gevormd tegen de eerste uitdaging: het instellen van
de schaakklokken op het nieuwe ‘Fischer’ speeltempo. Dit nieuwe speeltempo wordt gehanteerd
omdat er vanaf dit seizoen bij de externe doordeweekse competitie ook gebruik wordt gemaakt van
dit speeltempo. Voorgaande seizoenen werd er altijd een speeltempo gehanteerd van ‘twee uur
knock-out’, wat inhoudt dat beide spelers elk afzonderlijk twee uur ter beschikking hebben om de
partij af te ronden. Met dit speeltempo duurt een partij maximaal vier uur. Bij het nieuwe ‘Fischer’
speeltempo krijgt elke speler één uur bedenktijd, welke wordt aangevuld met dertig seconden per
gedane zet: bij elke zet die gedaan wordt door een speler krijgt hij dertig seconden extra tijd erbij.
Dit nieuwe systeem heeft als voordeel dat je vrijwel nooit meer op tijd kan verliezen, omdat je per
zet dertig seconden extra krijgt voor de volgende zetten. Theoretisch kan een partij nu veel langer
dan vier uur duren, maar in de praktijk neemt een gemiddelde partij veel korter dan 120 zetten (en
dus ook korter dan vier uur) in beslag.

Nadat iedereen uitleg had gekregen over hoe de schaakklokken in te stellen konden de partijen
door ‘formateur’ Johnny van de Berge verdeeld worden. Zoals vermeld begint iedereen aan het begin
van seizoen weer op nul, dus iedereen staat ook op dezelfde positie op deze ‘kieslijst’. Dit ‘iedereen
is koploper en kampioen!’ is een mooie gelijkwaardigheidsbenadering, maar daar ons land nog
steeds niet communistisch is, moeten er toch echt verschillen komen in deze ranglijst: anders
zou het maar een saaie competitie worden. Normaal bepaalt de software de tegenstander door
het vakje rood te kleuren van degene die ongeveer op dezelfde plek staat op de ranglijst als de
uitdager. Doordat er aan het begin van de eerste ronde nog geen ranglijst is, wordt er op basis
van de (hoogte op de) eindlijst van vorig seizoen altijd een handmatige indeling gemaakt, waarbij
de sterkst aanwezige speler wordt gekoppeld aan de meest gemiddelde aanwezige speler: bij de
tien aanwezige spelers wordt speler nummer één gekoppeld aan nummer zes, nummer twee aan
nummer zeven etc.

Nadat de niet-computer indeling bekend was gemaakt ving de strijd tussen de verschillende partijen
aan. In het begin werd er vooral op de klokken gelet, waarbij er gelijk commotie ontstond, omdat

volgens sommige kandidaten de klokken niet leken af te lopen. De beschuldigingen aan het adres van
de ‘informateur’ van loze klokinstructiebeloften bleken onterecht, omdat de beschikbare tijd op de
klokken bij de eerste zetten alleen maar oploopt doordat de eerste zetten sneller worden uitgevoerd
dan binnen dertig seconden.

De nummer twee van afgelopen seizoen Johnny van de Berge was gekoppeld aan broer Marcel
van de Berge (nummer negen). Wat de beide verwachtingspatronen van de gebroeders voor dit
seizoen zijn is niet duidelijk, maar dat Johnny met de witte stukken mat in één over het hoofd zag
(kiezersbedrog?) was toch niet ingecalculeerd op voorhand en dit mag toch wel weer tot zo een
befaamde eerste-ronde-verrassing gerekend worden.

Of het afstaan van een halfje door de nummer drie van afgelopen seizoen Rick van de Breevaart
aan Corné Niemantsverdriet (nummer elf) een verrassing mag worden genoemd? Daar waren de
geleerden in de prognosepolls voorafgaand aan de eerste ronde het niet over eens. Op basis van
normale speelsterkte zou het antwoord hierop een volmondig ‘ja’ zijn, op basis van de afgelopen
seizoenstarts van van de Breevaart zou het antwoord hierop een volmondig ‘nee’ zijn (voor fact-
checking verwijzen wij naar de details van afgelopen seizoenen in het archief op de website) . Feit
is in ieder geval dat Niemantsverdriet via een aloude (verkiezings)truc door een schijnoffer van zijn
loper in het begin van de partij op f7 een pion won, waarna de beide kemphanen uiteindelijk na een
paar uur tot remise besloten.

Degene die zijn voorsprong in materiaal wel wist te verzilveren in een klinkende overwinning
was de nummer zeven van vorig seizoen Bart Hertog. Nadat tegenstander Raymond Leemreijze
(nummer zestien) een volgens eigen zeggen niet zo slimme zet deed had Hertog weinig moeite om
de overwinning op te eisen.

De lijstduwer van vorig seizoen Hans Smits leek favoriet Guido van de Breevaart (nummer acht)
op een gegeven moment te gaan verrassen. Van de Breevaart kwam het beste uit de startblokken,
maar zijn campagne (b)leek te stranden, waardoor Smits de overhand kon nemen. Smits kon zijn
voorkeursstemmen niet verzilveren en moest toch na een relatief lange partij de winst aan van de
Breevaart laten.

De langste race van deze avond ging tussen Sebastiaan Koedoot en Wilco Lindhout. Op basis van
de kieslijst van afgelopen jaar was Koedoot duidelijk favoriet: vierde positie tegenover vijftiende
positie. Koedoot kwam al snel een pion voor, maar Lindhout bezette het centrum met zijn zwarte
paarden. Daarna maakte Koedoot de strategische keuze voor een aanval op rechts, welke optisch
er beter uitzag dan hij feitelijk sterk was (bleek later met de computeranalyse achteraf). Lange tijd
verdedigde Lindhout zijn basiskamp met verve, maar na een klein slippertje verloor hij nog een
pionnetje, waarna hij zijn politieke aspiraties moest laten varen en Koedoot de laatste overwinning
van de avond boekte.

Maar zoals altijd geldt, het seizoen is nog jong en hoe de definitieve ranglijst uiteindelijk geformeerd
wordt zal nog moeten blijken. In ieder geval is de eerste schifting en vorming een feit en is
Marcel van de Berge vooralsnog de (jeugdige) lijsttrekker!