Denk en Zet B toont solidariteit
Geplaatst 23 september 2016
De terugkeer van Denk en Zet B in de tweede klasse van de avondcompetitie eindigde in solidariteit met de twee andere Denk en Zet teams. In navolging van de nederlagen van die twee teams de avond ervoor verloor het B-team de thuiswedstrijd tegen Goes C met 0,5 – 3,5.
 
Goes C speelde net als Denk en Zet B vorig seizoen in de derde klasse en werd daar met overmacht kampioen (vorig seizoen ging het B-team jammerlijk ten onder in het Goese).  Daar waar de samenstelling van Denk en Zet B ongeveer gelijk is gebleven, is de basisopstelling van Goes C versterkt, dus vooraf was al duidelijk dat een moeilijke avond zou worden.
 
Kijkend naar de bordopstellingen waren qua rating de eerste twee borden aan elkaar gewaagd en hadden onze staartborden een duidelijk ratingtekort van 130 en meer. Gek genoeg waren dit juist de borden waar de partijen het langst duurden en uiteindelijk de eer voor de Thonelaren nog werd gered.
 
Bart Hertog kwam slecht uit de opening op het eerste bord tegen Mark Paul. Daarentegen had hij een sterk middenspel, waardoor hij weer helemaal terug in de partij kwam en zelfs het initiatief greep. Toen Hertog na een eigen zet de woorden “een draak van een zet” mompelde hoefde je niet op het bord te kijken om te weten hoe laat het was. Het beruchte credo “weakness of the last move” bewees haar ‘waarde’ weer eens.
 
Jan de Graaf had op het tweede brod een flink deel van zijn bedenktijd gebruikt tegen Jo Tholenaar. Met bijna alle stukken nog op het bord had Tholenaar zo een beetje alles op de achterste drie rijen gepositioneerd. De ruimte en het initiatief lagen dan ook bij de Graaf, maar hij kon niet de zetten vinden om het zwarte bolwerk te doen instorten en zoals wel vaker, valt dan het punt aan de andere kant.
 
Joost van Eenennaam kwam in een minder eindspel terecht tegen Niels de Feijter. Hij verloor daardoor een pionnetje en ook de partij.  Op het vierde bord verloor Ibrahim Bajramovic al snel een pionnetje tegen David de Feijter. Bajramovic rechtte zijn rug en wist zelfs een pionnetje voor te komen. Pionneneindspellen blijven altijd lastig. Toen om elf uur beide heren tot remise hadden besloten werd er door iedereen nog geanalyseerd. Enfin, nu weten we waar de uitdrukkingen “de beste stuurlui staan wal” en “geen twee (of meer) kapiteins op een schip” vandaan komen.
 
Naast deze externe partij werden er nog twee interne partijen afgewerkt. Andries de Meyer en Corné Niemantsverdriet speelden een boeiende partij, waarbij de Meyer zijn koningsaanval via de opengebroken h-lijn leek te gaan bekronen door ondekbaar mat in één (dame en toren op de h-lijn). Hij overzag echter dat Niemantsverdriet, die eerst nog een zet mocht doen (zo gaat dat in schaken), ook een mat in één had. Zijn eigen toren op h2 werd in plaats van vriend de grootste vijand voor de Meyer: geen vluchtveld voor de koning op h1 na dame f1…
 
Raymond Leemreijze moest Sebastiaan Koedoot diep laten gaan voor de overwinning. Koedoot investeerde veel tijd in het middenspel en taxeerde dat de stelling na een massale afruil in zijn voordeel zou zijn. Deze taxatie bleek juist te zijn. Leemreijze had teveel zetten nodig om zijn inactieve torens op a1 en  g2 te activeren, daar waar de zwarte torens de open c-lijn en de half-open f-lijn domineerden. Via een aantal krachtzetten met zijn dame wist Koedoot een pion te winnen en na verplichte dameruil dit kleinood onstopbaar naar voren te loodsen.