Denk en Zet 1 KAMPIOEN!
Geplaatst 19 april 2010
Schaakvereniging Denk en Zet is na een zwaar bevochten 3-3 gelijkspel tegen concurrent De Zwarte Dame 2 uit Kruiningen kampioen geworden in de eerste klasse van de Zeeuwse schaakbond. Hierdoor is direkte promotie afgedwongen naar de Zeeuwse hoofdklasse waar het team al eerder twee keer uitkwam.
Vooraf was de opdracht duidelijk voor de Thoolse schakers. Omdat men ongeslagen aan kop ging en het andere team een punt was misgelopen moest het Denk en Zet zestal minimaal gelijkspelen. Na een uur spelen was de stand op de borden per saldo positief te noemen. Alleen Peter van de Breevaart was wat minder uit de opening gekomen op het derde bord. Hij nam het op tegen de op papier sterkste speler van Kruiningen en besloot het relatief onbekende Blackmar-Diemer gambiet op het bord te brengen. Zoals bij een gambiet gebeurd offerde Van de Breevaart een pion, alleen kreeg hij er geen compensatie voor terug. Hij probeerde via de open lijnen de zwarte koning nog in gevaar te brengen maar had niet voldoende stootkracht om door te dringen. Nadat de speler uit Kruiningen de stelling had geneutraliseerd kon hij afwikkelen naar winst en het eerste punt noteren.
Op het eerste bord bracht Dig de Graaf de stand weer gelijk door in 24 zetten af te rekenen met zijn opponent. In een Siciliaanse verdediging kreeg de zwartspeler van De Zwarte Dame geen enkele kans en werd zet voor zet van het bord geschoven waardoor de vrijpionnen van De Graaf beslissend waren.
Rick van de Breevaart had op het vierde bord aanvankelijk de beste kansen in zijn partij. Na het aangenomen damegambiet kon hij met succes zijn gewonnen pion op c4 verdedigen en had hij ruimtelijk overwicht. Hij verbruikte echter enorm veel tijd om de goede zetten te blijven doen. Nadat hij toeliet dat zijn tegenstander op de damevleugel kon penetreren was het tekort aan tijd mede de oorzaak dat hij de stelling niet meer kon houden. Na deze 2-1 achterstand leek er, gezien de overige borden, een nipt verlies in het verschiet te liggen.
Zo stond Joris van Dijke op het zesde bord inmiddels verloren. Hij was goed uit de opening gekomen waarbij de witte dame op het rare veld b1 en de witte koning op d1 terecht was gekomen. Maar Van Dijke ontwikkelde zijn stelling echter onvoldoende en liet toe dat de Kruininger volledige controle nam op de koningsvleugel. De koningsstelling werd omver geblazen en materiaalverlies was het gevolg. Gezien het mogelijke psychische effect van de 3-1 tussenstand werd er nog langer doorgespeeld maar dit mocht uiteraard niet meer baten.
Op het vijfde bord wist Johnny van de Berge toen al een tijdje dat hij moest winnen om het kampioenschap binnen te halen want naast het verwachte punt van Sebastiaan Koedoot was een derde punt een vereiste. In een damegambiet met doorgeschoven c pion was het lang laveren tegen de “koning” remise-spelen van Kruiningen. Lang zag het er dan ook naar uit dat het een puntendeling zou worden maar laat in de avond kon Van de Berge toch een vrijpion creeren. Hij maakte de partij mooi af met een mataanval waardoor dameverlies onvermijdelijk was.
Sebastiaan Koedoot speelde uiteindelijk de langste partij van de avond ondanks dat hij al vroeg beter kwam te staan. In het middenspel had hij namelijk al een tweetal pionnen gewonnen maar moest door het sterke witte loperpaar oplettend blijven. Koedoot leek een onnozele zet te doen door zijn loper in de penning te zetten maar hij dacht dat dit een goede zet was omdat hij via een tussenschaakje de witte toren op d1 leek te winnen. Tot zijn grote verbazing kwam hij er net op tijd achter dat de toren gewoon gedekt stond waardoor hij een stuk achter dacht te komen. Koedoot had echter het geluk dat hij met zijn eigen toren kon binnendringen op de tweede rij waardoor de Kruininger, vanwege direkte matdreiging, de gewonnen loper gelijk weer moest inleveren. Hierdoor bleef een gewonnen dameeindspel over met twee extra pionnen waarna de Kruininger de hand uitstak en de Denk en Zetter feliciteerde met het kampioenschap.