Bekerteam op herhaling
Geplaatst 15 april 2016
In de Engelse bekercompetitie betekent ‘op herhaling’ een gelijkspel met als gevolg de wedstrijd nog eens dunnetjes over te spelen bij de andere vereniging, de zogenaamde replay. Maar dit is schaken. Nadat in het verleden het bekerteam van Denk en Zet de bekerfinale twee maal verloor van Zierikzee, heeft ze nu voor het tweede jaar op rij in de halve finale verloren van het eerste Goese bekerteam. Wederom op thuisbodem en notabene met dezelfde uitslag als vorig jaar: 1,5 – 2,5. Is één angstgegner in de beker niet al genoeg?
De delegatie uit Goes arriveerde om circa 19:40. Geen probleem natuurlijk, zelfs de koffie was net gezet en de thee werd aan gewerkt. Na uitwisseling van de opstellingen en wat reisverhalen, kwamen de meeste eigen clubleden net tegen (of net na) achten aanzetten. Voor alle teams die nog eens in Scherpenisse komen schaken: het ligt minder ver van jullie vandaan dan jullie op voorhand wellicht denken. Na empirisch onderzoek onder de bezoekende verenigingen is gebleken dat ze gemiddeld (ruim) een kwartier a half uur te vroeg (lees politiek: bijtijds) arriveren op de schaakzolder. Dit in tegenstelling tot de eigen leden, dus voor jullie geldt dat Scherpenisse verder weg ligt dan jullie denken….
Aan Goese zijde was er sprake van dezelfde spelers en dezelfde bordvolgorde. Erwin Kloosterman, Hans Welten, Niels en David de Feijter. Aan Thoolse zijde deed in vergelijking tot vorig seizoen Dig de Graaf niet mee. Olaf van der Sloot had aangegeven het wel leuk te lijken om tegen een andere tegenstander te spelen (niets persoonlijks): verandering van spijs doet schaken. De vorm dip van Rick van de Breevaart van de laatste weken maakte het voor de teamleider niet meer verkoopbaar om hem weer op het eerste bord te positioneren, dus had Sebastiaan Koedoot zichzelf daar maar neergezet. Tenslotte completeerde Peter van de Breevaart op het vierde bord het Thoolse kwartet, waardoor er op de staartborden sprake was van een heuse familie-clash: zoon en vader van de Breevaart tegen de gebroeders de Feijter.
Dit laatste mocht op voorhand een markant en aantrekkelijk affiche heten, maar de uitkomst was voor Denk en zet minder florissant. Peter (met zwart) liet zich al snel verleiden tot een dubieus offer en het was aan David wel besteed om dat secuur te verdedigen en het voordeel tot winst te voeren. Broer Niels volgde even later met ook een winstpartij: inval op zevende rij en matdreiging achter de paaltjes of zoiets.
0-2 achter, maar het kon zeker nog! Van der Sloot had tijdsvoordeel in een stelling, waarbij bijna alles nog op het bord stond. Koedoot had de betere stelling, maar moest door de verdediging van Kloosterman zien heen te breken. Dit lukte in 23 zetten. De loper en dame op de a1-h8 diagonaal vormden de hele partij een (in)directe matdreiging op g7. Via loper e2 naar b5 werd de zwarte dame aangevallen op d7, maar ook kreeg de witte toren op e1 het zwarte paard op e8 (die de pion op g7 dekte) in het vizier. Bij het wegspelen van de dame dan wel het nemen van de loper door de dame zou toren x e8 met schaak volgen, gevolgd door dame x g7 (mat). Hoewel dit tactiekje (op straffe van dame-verlies om mat te voorkomen) de partij meteen beëindigde, leek gezien de stelling het sowieso een kwestie van tijd (die Kloosterman ook nog minder had) voordat wit het punt kon bijschrijven.
Dan van der Sloot tegen Welten. Er werd aan onze zijde al weer gehoopt op een 2-2, op het snelschaken (2-2 zou daar genoeg zijn), op alles of niets, op het all-the-way moeten gaan, op wederom een bekerclimax. Het werd een anticlimax. In een vrij dichtgeschoven stelling, waarin beiden 2 pionnen, van der Sloot een loper en Welten een paard misten, claimde Welten dat dezelfde stelling voor de derde keer op het bord stond. Omdat op dat moment niemand de claim kon bevestigen of aanvechten, werd op een naastgelegen bord zo snel mogelijk de stelling gereconstrueerd. De claim bleek terecht te zijn, waarmee de eindstand 1,5 – 2,5 op het sheet kwam. Overigens was inmiddels de tijd voor beiden ongeveer hetzelfde en was de stelling zo dichtgeschoven dat remise toch wel de logische uitslag zou zijn, maar zolang er nog door geschaakt wordt is er nog hoop. Nu was deze snel vervlogen. Net als een plaats in de finale.
Goes mag het in de bekerfinale opnemen tegen wederom Zierikzee, ook al een herhaling van vorig seizoen. En voor het bekerteam van Denk en Zet? Hopelijk de volgende keer driemaal scheepsrecht: zowel voor een halve finale tegen Goes als voor een finales tegen Zierikzee.
Hoewel de externe partijen qua zetten allemaal vrij kort waren, kwam de snelste partij van de avond op conto van Theo Blonet en Wilco Lindhout. In de interne competitie speelde Blonet nu zijn derde achtereenvolgende partij na een tijdje vakantie. Het lijkt er inderdaad op dat Blonet op al die Portugese pleintjes heeft zitten schaken, want na even wennen aan het Nederlandse schaakklimaat (verlies en remise), wist hij nu snel en gedecideerd Lindhout met een nul op te zadelen.
Corné Niemantsverdriet mocht ook op herhaling tegen Joost van Eenennaam. Eerder dit seizoen liet hij een gewonnen stelling door zijn vingers glippen en zag deze zelfs omslaan in een verloren stelling, doordat van Eenennaam het eindspel uitgekiender speelde. Beide spelers konden wel leven met de remise die deze keer tot stand kwam. Niemantsverdriet had een kwaliteit voorsprong, maar versplinterde pionnen op zijn koningsvleugel, waardoor zijn koning gebonden was, alsmede een vijandelijke vrijpion om te blokkeren met zijn torens. Van Eenennaam kon met zijn paard met schaakjes heen en weer springen om de vrijpion te verdedigen en de vijandelijke koning in bedwang te houden. Dus hoe deze remise dan uiteindelijk tot stand kwam? Door herhaling van zetten (formeel: stelling) natuurlijk!